Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek
Uitgave: Nederlandse Orchideeën Vereniging. Auteursrechten voorbehouden
Masdevallia calura Rchb.f. 1883.
Naam
De naam calura is afgeleid van de Griekse woorden kalos wat mooi en ouro wat staart
betekent. Reichenbach kwam blijkbaar onder de indruk van de heldergele staarten bij de
fraaie bruine bloemen.
M. calura behoort tot de sectie Reichenbachianae Krzl. Schlechter beschouwt deze sectie als
onderdeel van de grote groep Leontoglossae Krzl.
Reichenbach beschreef deze plant in 1883 in de ‘Garden Chronicle' XX, pag. 230.
Herkomst
De plant komt voor in de nevelwouden van Costa Rica, waar ook van dezelfde sectie M. rolfeana Krzl. en M. reichenbachiana Endr. voorkomen.
Beschrijving
De bladeren zijn 15 cm lang en 2,3 cm breed. De grootste breedte bevindt zich boven het midden. De bladeren zijn spatelvormig.
De ronde bloemstengel is 9 cm lang, groen met donkergroene overdwarse streepjes. Aan het eind van de bloemstengel komen na elkaar meer dan één bloem.
De bloemsteel is aan een kant groen en aan de andere kant rose-achtig. Het vruchtbeginsel is 0,5 cm lang en mooi purper gekleurd. De dorsale sepaal is voor 2,3 cm met de laterale sepalen vergroeid. Het losse deel is 0,2 cm lang en 0,9 cm breed en gaat abrupt over in de staart, die 4,5 cm lang is. De kleur van de sepaal is purper naar donkerrood zwemend (lichter dan het vruchtbeginsel). De staart is aan de buitenkant groen en aan de binnenkant heel mooi geel. De buitenkant van de sepaal is glad met een hoofdnerf en de binnenkant is dofpurper gekleurd en aan de zijkanten okerkleurig. De laterale sepalen zijn voor 2,9 cm met elkaar vergroeid, zodat de sepalen een goede buis vormen. De losse delen zijn erg klein en gaan vrij abrupt over in de staart. De kleur is als die van de dorsale sepaal. De lengte van de staarten is ook 4,5 cm. De petalen zijn purper en aan de top wat wittig, ze zijn 0,6 cm lang en ovaal van vorm. De top is rond. De lip is beweeglijk opgehangen en de kleur is als die van de petalen. Hij is 0,5 cm lang, aan de basis 0,2 cm breed, daarna versmald, dan weer breder en aan de top rondpuntig. De randen zijn omgekruld naar achteren. De zuil is 0,5 cm lang, is bij de basis purper en aan de top wit. Tot slot zij nog vermeld, dat de bladeren en de bloemen vlezig zijn.
Bloeitijd
Een behoorlijke plant kan zo 6 tot 9 maanden bloeien en wel in de zomer en herfst; b.v. mei tot februari.
Cultuur
De planten worden gekweekt in de koele kas.
Temperaturen tussen de 8 ºC en 25 ºC zijn zeer geschikt. De temperaturen mogen niet gedurende vele uren boven de 25 ºC zijn. Men kan ze oppotten in varenwortel en wat veenmos. Tegenwoordig wordt ook merantischaafsel gebruikt. In deze stof wortelen de Masdevallia's buitengewoon goed en ze lopen hierin ook snel en goed uit.
Soms hebben Masdevallia's de neiging hun blaadjes te verliezen. De oorzaak schijnt een soort schimmel te zijn. Bestrijding met een stof, die ook gebruikt wordt tegen Phytophtora en Pytheum geeft vaak resultaat.
Om de 2 jaar verpotten om te voorkomen dat de plant in voor Masdevallia's vergiftigde materie komt te staan.
Elke week mesten met een kwart van de voorgeschreven hoeveelheid werpt goede vruchten af. De hydrocultuur is ook voor Masdevallia's geschikt.
Chr. Branger
juni 1983 |