Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek

Zoals zoveel Masdevallia's heeft deze plant een uiterst klein verspreidingsgebied in Noord-Equador.

De helder oranje bloemen (kelkbuizen) zijn cylindrisch van vorm, 3,5 cm lang en 0,8 cm in doorsnee. De bloem heeft hele korte 'staartjes'. Kijkt men in deze kelkbuis dan kan men de roodachtige lip van de kroon zien. De bloemen hebben een min of meer uitgesproken buik en de plant behoort met een 10 tal andere soorten tot een aparte sectie binnen het geslacht Mas­devallia, de saltrix-achtigen. De bloemen staan op 5-7,5 cm lange steeltjes, net lets boven het blad uit. Ze bloeien vrij lang. In de periods oktober tot april worden er veel gevormd en bloeit het plantje rijk.

Met blad is tot 12,5 cm lang, het is midden-groen van kleur en als het ouder wordt kleurt de bladsteel donkerder en aan de onderkant van de bladeren kunnen fijne zwarte puntjes komen (deze donkere puntjes zijn geen ziekte).
Cultuur

Masdevallia mendosae groeit bijzonder goed en makkelijk. In één jaar wordt een plantje wel driemaal zo groot!

Het plantje komt voor in de nevelbossen van Equador en moet koud-matig gekweekt wor­den. In de zomer liefst niet boven de 25°C, in de winter niet onder de 10-11°C.

In de natuur groeit de plant op vrij donkere plaatsen dicht bij de bosgrond. De plant lijkt geen hoge eisen te stellen aan zijn kweekomstandigheden.

Wordt hij licht gekweekt dan blijven de bladeren wat korter. Alhoewel de meeste Masdevalliasoorten in de zomer nauwelijks door groeien doet deze soort dit wel.

Elk potgrondmengsel dat geschikt is voor Masdevallia's, voldoet, en ook de water- en mestgift verschillen niet: zorg dat de potgrond altijd vochtig is zonder erg nat te worden en voorzichtig bijbemesten met 1 gram kunstmest per liter, om de drie watergiften. Dit geldt zeker voor een vlot groeiend plantje als deze Masdevallia.

Over het algemeen profiteert de groei van Masdevallia's van regelmatig verpotten, waarvoor de periodes september tot en met november en januari tot en met april ge­schikt zijn. Vervang dan niet alle potgrond doch laat de oude potkluit intakt en voeg een laagje nieuwe compost om de oude en plant in een iets groter potje op. De nieuwe wortels vinden dan de verse potgrond die over het al­gemeen erg luchtig is en de oude wortels blij­ven ongestoord in de oude potgrond. Deze wijze van verpotten ('potting on', zoals de Engelsman zegt) vraagt wel een aangepast systeem van water geven, zowel oude als nieu­we compost moet de kans krijgen vochtig te worden.