Ana səhifə

Masdevallia deorsa Rolfe 1900 Naam en voorkomen


Yüklə 95.5 Kb.
tarix26.06.2016
ölçüsü95.5 Kb.



Nederlandse Orchideeën Vereniging – Orchitheek

Uitgave: Nederlandse Orchideeën Vereniging. Auteursrechten voorbehouden


Masdevallia deorsa Rolfe 1900
Naam en voorkomen

Deorsa betekent 'de hangende'. Dit is een erg goede naam, want deze plant kun je alleen maar in de kas ophangen, daar en bladeren en bloemen naar beneden groeien. Hij behoort tot de sectie Leontoglossae Rchb.f. emend. Brieg. en tot de subsectie Coreacea Veitch.

Rolfe beschreef deze plant in 1900 in 'Or­chid Review', deel VIII, 255, N.Granat. Zij wordt gevonden in Columbia.


Beschrijving van de plant

Bladeren en bloemen vlezig, leerachtig.

Bladeren: bladstengel 2,5 cm, blad 28 x 1,8 cm, hangend, donkergrijsgroen.

Bloemstengel: meerdere bloemen na elkaar bij dezelfde stengelvoet, 2 cm lang, groen met veel bruinige, vlekkerige streepjes.

Bloemsteel: 5 cm, lichter van kleur en veel bruinrode dunne streepjes. Vruchtbeginsel: 0,8 cm, groenig met veel bruinrode stippen.

Dorsale sepaal: voor 1,3 cm vergroeid met de laterale sepalen, losse deel 1 cm lang en 1,2 cm breed, niet abrupt overgaand in de 6 cm lange staart; buitenkant vuilwit tot groenig, 2 uit stippen bestaande strepen, de staart evenzo; binnenkant vuilwit bij de basis en langzaam overgaand in mooi bruin.

Laterale sepalen: met een kin, na de kin 1,5 cm met elkaar vergroeid, kleur buitenkant mooi bruinrood, aan de basis overgaand in geel met bruine vlekken, totale schijflengte 3,4 cm, breedte 2,4 cm en dan niet abrupt overgaand in de 4,5 cm lange staart, bin­nenkant aan de basis bruinrood, verder fletser en dan geel, de donkere vlekken aan de buitenkant schijnen door het bloemblad heen, binnenkant met 3 à 5 nerven. Petalen: vrij smal aan de basis, dan breder wordend en aan de top een puntje, de verbreding zit aan de lipkant, grootte 1,3 cm bij 0,3 resp. 0,5 cm, kleur wit, naar de top gelig.

Lip: beweeglijk opgehangen, wat omgekruld naar beneden, witgeel met bordeaux-kleurige vlekken, smal aan de basis en daarna naar boven omgekrulde randen, langzaam breder wordend, boven het mid­den het breedst, 0,7 cm, de top weer puntig, met rodekool-kleurige puntige wratten, het lijken haast dikke haren.

Zuil: 1 cm, geelgroen, ronde top.

Bloeitijd: in onze kassen moeilijk te zeggen, meestal lente en voorzomer.


Cultuur

De plant wordt opgehangen in de koele kas. Aanbevolen temperatuur tussen de 8 ºC en de 25°C. Daar hij op een blokje zit, behoeft hij niet om de 2 jaar verpot te worden. Indien men na enkele jaren bemerkt, dat er geen nieuwe uitlopers meer komen, kan men de plant voorzichtig van het blokje halen, uitspoelen in een 1,5% oplossing van een stof, die ook gebruikt wordt tegen

schimmel in aardappels, b.v. Fongarid, en op een ander varenblokje binden.

Elke week een klein beetje anorganische mest bevalt uitstekend.


Literatuur:

Chr. Branger, Masdevallia deorsa Rolfe, 'Orchideeen', jg. 42, no. 3, juni 1980.
Chr. Branger

oktober1983


Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©atelim.com 2016
rəhbərliyinə müraciət