Ana səhifə

Vlierdens Verleden


Yüklə 1.61 Mb.
səhifə4/45
tarix25.06.2016
ölçüsü1.61 Mb.
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   45

50 gulden per jaar. In 1818 verdiende hij het dubbele. Begin 1904 deed burgemeester Gijzels nog een vergeefse poging om zijn salaris, dat al 26 jaar lang ongewijzigd was gebleven, te laten verhogen. Huibert Coolen nam bij het in behandeling nemen van het voorstel, als oudste wethouder, het voorzitterschap tijdelijk waar en verdedigde het. Op initiatief van Biemans werd het echter verworpen. De burgemeester was immers ook al bezoldigd als secretaris en bovendien liet de financiële positie van de gemeente de voorgestelde verhoging met 50 gulden niet toe. Gijzels trok hieruit zijn conclusies en ging elders solliciteren. Hij werd benoemd tot burgemeester van Sittard, een situatie waar men in Vlierden toch wel enigszins mee in de maag zat want met het vertrek van Gijzels dreigde ook veel bestuurlijke kwaliteit en ervaring verloren te gaan. Uiteindelijk vond men een oplossing die Gijzels zelf ook gniffelend zal hebben toegejuicht; de ex-burgemeester zou voorlopig de werkzaamheden als secretaris blijven voortzetten vanuit Sittard. Stukken werden ter ondertekening van Vlierden naar Sittard gestuurd en over moeilijke kwesties kon Gijzels schriftelijk adviezen geven.

Martinus Antoni Oliemeulen

[Bidprentje Martinus Antoni Oliemeulen]

[Martien Oliemeulen was met zijn 27 jaar een van de jongste burgemeesters van Nederland]

Op 1 september 1904 werd Martinus Oliemeulen benoemd tot burgemeester en diezelfde maand ook tot secretaris. Voor zijn inhuldiging werd onder leiding van molenaar Janssen een feestcomité opgericht en een subsidie van 50 gulden beschikbaar gesteld. Raadslid Biemans, die vroeger tegen de salarisverhoging van burgemeester Gijzels was, vond dit bedrag te laag. Hij moet geen fan van Gijzels zijn geweest. Met een twintigtal ruiters werd een erewacht gevormd en middels twee erebogen bij de school en het raadhuis werd burgemeester Oliemeulen op 24 september welkom geheten in Vlierden. Oliemeulen, die met zijn 27 jaar een van de jongste burgemeesters van Nederland was, had na zijn gymnasium-studie achtereenvolgens gewerkt als gemeenteambtenaar in Schaijk en Cuijk en ook een paar boeken geschreven op het gebied van de gemeente-administratie. Na een korte ziekte overleed hij in 1907 op dertigjarige leeftijd.
Jan Janssens 1907-1919

In 1907 werd de 37-jarige Johannes Josephus Janssens, ambtenaar ter secretarie in Deurne en zoon van de Deurnese secretaris, burgemeester en even later ook secretaris van Vlierden. Hij mocht na zijn benoeming in Deurne blijven wonen en dus had Vlierden weer een

[Het gezin van burgemeester Jan Jozef Janssens die na zijn benoeming in Vlierden actief tubaspeler bleef van de Deurnese fanfare]

buitendorpse burgemeester. Burgemeester Janssens was (en bleef) bestuurslid en tubaspeler van de Deurnese fanfare. Toen zijn benoeming tot burgemeester van Vlierden zijn muzikale vrienden ter ore kwam brachten zij hem thuis een spontane serenade, waarna zij werden uitgenodigd om binnen een glaasje wijn met de kersverse burgervader te drinken. Janssens was geen onbekende in Vlierden want tijdens de ziekte van Oliemeulen had hij herhaaldelijk administratieve werkzaamheden op het Vlierdense gemeentehuis verricht. Burgemeester Janssens huwde op 24 juni 1908 met Maria Octavia Vullings. Zij kregen twee kinderen: Henrica geb. 9 mei 1909 en Johannes geb. 28-5-1911. Tot hij in 1910 zijn intrek nam in de Vlierdense ambtswoning bleef hij in Deurne wonen. In het najaar van 1916 liet hij zijn ambtswoning aan de Vlierdenseweg bouwen. In 1919 vertrok hij naar Schijndel waar hij als burgemeester was benoemd.


Herman Joseph van Hulten 1919-1925
[foto tekst: Herman van Hulten was de laatste Vlierdense burgemeester]
Vlierdenaar Hannes Fransen solliciteerde na het vertrek van burgemeester Janssens tevergeefs naar het ambt. Herman van Hulten, geboren 12-8-1885 te Moergestel, die in zijn geboorteplaats secretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand was, werd benoemd tot burgemeester en secretaris. Hij was ook nog een jaartje kassier van de boerenleenbank. Toen Vlierden per 1 januari 1926 haar zelfstandigheid verloor vertrok burgemeester van Hulten naar Haps.

1814-1820 Pieter Fransen

1821-1843 Gerard van Riet

1844-1850 Hendrik Jan Goossens

1850-1852 Arnoldus van Bussel

1852-1901 Godefridus Marcelis Frencken

1901-1904 Adrianus H. Gijzels

1904-1907 Martinus Oliemeulen

1907-1919 Jan Joseph Janssens

1919-1926 Herman Joseph van Hulten


De secretarissen
Een van de oudere vermeldingen ten aanzien van het secretaris-ambt dateert van 1615. Na de dood van haar vader Jan verhief Maria van Heessel op 4 juni van dat jaar "de schrijffambacht" van Someren, Bakel en Vlierden. De schaarse vermeldingen in de zeventiende eeuw van een secretaris te Vlierden maken niet duidelijk of we te maken hebben met degene die de bezitter is van het ambt, immers het betrof toen een verkoopbaar beroep, of met degene die namens de bezitter ter plaatse de werkzaamheden van het secretariaat uitvoerde. Deze laatste persoon werd later aangeduid als de substituut-secretaris.

In de 18de eeuw was officieel de Heer van Vlierden bezitter van het secretariaat, althans hij liet in 1703, 1709 en 1755 het verhef van dit leengoed doen, samen met de heerlijkheid en het Vlierdens cijnsboek. In de praktijk bleek de familie de Jong uit Veghel het secretarisambt te bezitten en werd in Vlierden in de persoon van de dorpsonderwijzer een zogenaamde substituut-secretaris aangesteld.

Op 12 december 1771 gaf Petrus de Jong, secretaris van Vlierden en Veghel en in laatstgenoemde plaats wonend, volmacht aan schoolmeester Antoni Ramaer om in Vlierden als substituut-(vervangend)-secretaris op te treden. Diens voorganger substituut-secretaris president-schepen Martinus Heycoop was in de zomer van 1771 met de stille trom uit Vlierden vertrokken toen bleek dat hij betrokken was bij een zwendel in valse gezondheidsverklaringen voor rundvee. Hij was daarvoor ondermeer waarnemend drossaard van Mierlo en collecteur van de dorpsbelastigen in Vlierden, Lierop, Bakel en Mierlo geweest. Het zou nog tot begin juli 1772 voordat Ramaer beëdigd kon worden. Dit moest gebeuren bij de Raad van Brabant in Den Haag. Ramaer machtigde zijn zwager Johannes Zijnen, die in Rotterdam woonde, om er namens hem de eed af te leggen. In 1791 deed Petrus de Jong vrijwillig afstand van het secretarisambt en werd Antoni Ramaer benoemd door de heer van Vlierden die op 23 mei Frans van Manen machtigde om in den Haag de secretaris-eed af te leggen. Het jaarsalaris van de secretaris was in 1806 honderd gulden en in 1814 125 gulden. In laatstgenoemd jaar werd Johannes Henricus Roosen secretaris van Vlierden. Hij was op 28 januari 1786 in Nederwetten geboren als zoon van Hendrik Roosen en Maria Elisabeth Freinmersdorff. Hij was tevens secretaris in Someren. Zowel voor Roosen als voor diens opvolger, de Astense burgemeester en later vrederechter J.G. Frencken, gold het Vlierdense secretariaat uitsluitend op papier. In de praktijk werden tot 1843 de werkzaamheden verricht door de notaris/burgemeester Gerrit van Riet. Wat dat betreft bleven de bekende toestanden uit de achttiende eeuw, waar feitelijk in ambten handel gedreven werd, tot ver in de vorige eeuw in Vlierden bestaan. Toen Johannes Godefridus Frencken in 1850 te kennen gaf zich als officieel secretaris terug te willen trekken kon hij zonder tegenwerking zijn zoon Godefridus Marcelis naar voren schuiven. Meer dan een halve eeuw zou Frencken de notulen van de Vlierdense raads- en collegevergaderingen schrijven. Ook na Frencken was het secretariaat steeds in handen van de burgemeester.

Secretarissen van Vlierden: ca 1594 J. Janssoen ca 1596 Jacob Becx ca 1606 Peter Lamberts ca 1615 Jan van Heessel vanaf 1615 Maria van Heesel 1618-1638 Gevert Janssen 1648-1651 Goort Peters tot 1658 Johan van Boxmeer 1657-1662 Rogier van de Goor 1662-1666 Johan van de Leemwech 1665- Otto Dirk de Visschere 1675 Jan Roeffs 1791 Jan van Riet 1698-1737 Pieter de Cort ca 1704 Gijsbert de Jong 1745-1791 Petrus de Jong 1791-1806 Antoni Ramaer 1806-1820 Johan Hendrik Roosen 1821-1850 Jean George Frencken 1850-1901 Godefridus Marcelis Frencken Substituut-secretarissen: 1652-1659 Bernard Nijhoff 1663 Johannes de Visschere 1643-1672 Goort Peeter Bruistens 1680-1685 Jan Hendrick Hagemans 1754-1767 Antoni Heycoop 1767-1771 Martinus Heycoop 1772-1791 Antoni Ramaer De wethouders

Na 1811 kende het Vlierdense dorpsbestuur naast de burgemeester of schout een tweetal assessoren, na 1850 wethouders genoemd. Hun belangrijkste taak was de jaarlijkse controle of iedereen netjes zijn sloten geveegd had en erop toezien of er geen overtredingen waren van de plaatselijke verordeningen ten aanzien van brandpreventie. Verder hielden ze toezicht op het openbare onderwijs en brachten regelmatig, samen met de burgemeester, een bezoek aan de lagere school. Een enkele keer meldden ze de burgemeester dat er ergens een duiker verstopt zat, welke gemeentebossen gesnoeid moesten worden of een in

De wethouders

1811-1827 Mattijs van Bommel 1827-1844 Hendrik Jan Goossens 1811-1841 Antoni Vervoordeldonk 1842-1853 Arnoldus van Bussel 1844-1848 Jan van Heugten 1849-1873 Renier Rovers 1850-1863 Hendrik Maas 1853-1855 Jan Willem van Grootel 1863-1875 Johannes van Bussel 1873-1898 Arnoldus Rovers 1875-1913 Huibert Coolen 1885-1887 Martinus Biemans 1894-1899 Martinus Maas 1907-1915 Eimbert Verstappen 1916-1925 Hendrik Kemps 1916 J. Keijzers 1919-1924 Marinus Verstappen 1924-1925 Johannes Fransen

al te slechte toestand verkerende weg opgelapt moest worden. Maar talloze vergaderingen kon de voorzitter onmiddellijk na de opening weer sluiten omdat er doodeenvoudig niets te behandelen was.

De raadsleden Van de 56 raadsleden die Vlierden tussen 1811 en 1926 telde waren er maar liefst 14, dit is 25 procent, ongehuwd.

1811-1814 Pieter Fransen * 01-01-1770 + 14-10-1841 1811-1821 Francis Jacobs * 14-07-1763 + 28-12-1821 1811-1820 Arnold Rovers * 07-10-1756 + 23-08-1825 1811 Antonie Berkvens * ca 1775 + 23-08-1825 1811-1841 Antoni Vervoordeldonk * 17-02-1767 + 10-02-1851 1811-1822 Willem Meulendijk * 05-07-1765 + 26-12-1821 1811-1821 Hendrik Sleegers * 29-03-1757 + 28-03-1824 1811-1813 Jan van Bree * 21-06-1750 + 19-04-1826 1811-1821 Jan Heiligers * ca 1758 + 06-07-1840 1813 Pieter Neervens * 17-08-1785 + 16-11-1824 1817-1843 Arnoldus Jacobs * 11-10-1770 + 03-05-1855 1819-1820 Johannes Meulendijk * 11-02-1757 + 23-06-1823 1820-1822 Mathijs van Bommel * 07-01-1764 + 13-01-1848 1821-1832 Dirk Aarts * 27-03-1769 + 23-06-1832 1822 Jan van Heertem * 09-02-1759 + 04-11-1832 1822-1856 Dirk Swinkels * 15-05-1782 + 06-12-1856 1827-1844 Hendrik Jan Goossens * 14-09-1792 + 12-06-1856 1828-1845 Francis Sleegers * 27-06-1785 + 15-04-1866 1830-1849 Jan van Heugten * 15-03-1800 + 10-01-1869 1834-1853 Arnoldus van Bussel * 15-09-1786 + 01-07-1860 1844 Francis Fransen * 09-11-1795 + 03-05-1850 1844-1865 Hendrik Maas * 16-09-1814 1844-1873 Renier Rovers * 10-10-1801 + 15-06-1873 1846 Renier van Bree * 01-03-1794 + 13-05-1867 1849-1856 Jan van der Putten * 22-11-1815 1850-1864 Jan Willem van Grootel * 30-04-1805 + 13-08-1883 1851-1869 Hendrik Koolen * 23-02-1796 + 13-06-1870 1853-1863 Peter Aarts * 24-11-1811 + 20-11-1863 1857-1875 Johannes van Bussel * 13-09-1824 + 11-03-1897 1857-1869 Pieter Verstappen * 01-03-1826 + 26-11-1899 1863-1865 Jan Aarts * 14-08-1818 + 24-12-1867 1863-1880 Johannes van Bree * 16-11-1809 + 24-06-1880 1865-1883 Arnoldus Joosten * 20-01-1823 + 05-11-1884 1868-1871 Johannes van Neerven * 07-02-1827 1869-1901 Martinus Maas * 26-05-1838 1870-1909 Huibert Coolen * 01-05-1835 + 25-09-1913 1873-1899 Arnoldus Rovers * 27-07-1832 + 12-12-1911 1875-1881 Johannes Loverbosch * 15-08-1821 + 21-01-1901 1875-1915 Martinus Biemans * 15-06-1843 + 23-10-1915 1877-1880 Engelbertus Fransen * 25-01-1828 + 21-04-1887 1880-1907 Jan Sleegers * 15-09-1828 + 31-03-1913 1885-1900 Johannes Jacobs * 14-01-1836 + 20-01-1920 1885-1916 Eimericus Verstappen * 04-07-1838 + 28-11-1918 1899-1923 Hendrik Kemps * 03-11-1853 1901-1915 Johannes Keijzers * 08-12-1846 + 02-05-1923 1904-1905 Willem Swinkels * 15-03-1852 + 04-09-1930 1905-1917 Theodorus Swinkels * 30-11-1854 + 27-12-1927 1907-1915 Petrus Sauvé * 13-08-1857 1916-1923 Hendrikus van Rooij * 30-09-1861 + 22-09-1933 1916-1924 Marinus C.Verstappen * 01-03-1883 1919-1925 Cornelis Jacobs * 17-12-1885 + 10-02-1963 1919-1923 M. de Groot * 19-11-1871 + 31-01-1932 1919-1925 Lambertus van Bree * 20-08-1871 + 22-02-1936 1919-1925 Johannes Fransen * 04-04-1879 + 25-08-1959 1923-1925 Theodorus van den Berg * 03-03-1880 1923-1925 Willem Thijssen * 01-08-1867 + 08-02-1936

De pootmeesters

Toen assessor Jan van Heugten in 1847 werd aangesteld als gemeentelijke pootmeester werd zijn taak tevens summier omschreven en was hij iemand zonder wiens order volstrekt geene beplantingen, bezaaying of ander diergelijke werkzaamheden zullen mogen worden verrigt.

Het raadhuis

Ter afsluiting van dit hoofdstuk over het Vlierdense dorpsbestuur willen we de aandacht vestigen op de plaats waar het bestuur zetelde. Voordat Vlierden een eigen raadhuis had werd vergaderd in een kamer van de herberg van Antoni Josephs en later van Jan Antonis Smits die voor zes en later zeven gulden per jaar werd gehuurd. In deze ruimte werd ook de administratie en het archief van de secretarie

bewaard. Timmerman Francis Laurens Jan Everts maakte in 1753 een afsluitbare kast voor het opbergen van de stukken. Hele belangrijke of oude archiefstukken werden in een afsluitbare kist, de zogenaamde comme, in de brandveiligere kapel bewaard. De werkzaamheden en de papierwinkel nam in de loop van de 18de eeuw zodanig toe dat de raadkamer moest worden ingeruild voor een raadhuis. In 1767 werd het raadhuis gebouwd, rondom voorzien van een grachtje. De herberg die inmiddels eigendom was van Lambert Vervoordeldonk, gehuwd met een dochter van Jan Antonis Smits, heette voortaan "Het Oude Raadhuys". Voordat met de bouw begonnen kon worden moest eerst een geschikte locatie worden gevonden. De Vlierdense armentafel was, als eigenares van de hoeve de Haanakker, bereid een perceel grond te verkopen en nadat daarvoor toestemming was gevraagd en gekregen van de Raad van State kon met de bouw begonnen worden. Het terrein van circa 112 m2, gelegen tussen het huis van Hendrik Goossens en de Haanakker, werd door armmeester Paulus Conincx voor 12 gulden verkocht aan de Vlierdense gemeente. Meester-timmerman Joost van den Heuvel bouwde het raadhuis voor 470 gulden. De stenen werden, voor 18 stuivers per 100 stuks, door de Deurnese steenbakkers gele-

[Situatieschets van de ligging van het raadhuis uit 1767 met kaak en herberg de Zwaan ]

[Het in 1767 gebouwde oude raadhuis van Vlierden moest in 1902 wijken voor het nieuwe. (collectie Prov. Gen. N.Brab. KUB-bibliotheek)]

verd. Voor de bouw waren 123 vaten "geleste" kalk nodig en meestersmid Hendrick Frans Verhees zorgde voor het slot aan de deur. De inrichting bestond uit zeven stoelen die voor een gulden per stuk geleverd werden door Jan Sauvé. Later kwam daar ook nog een kast bij om het plaatselijk archief in te bewaren. Het raadhuis, met een totaal vloeroppervlak van 44 m2, compleet met arrestantenlokaal, deed 134 jaar lang als zodanig dienst in Vlierden. In 1821 werd voor 25 gulden bij smid J. van Schayk een nieuwe kachel voor het raadhuis aangeschaft; tot dan toe huurde men voor 1 gulden en 55 cent per jaar een kachel van de weduwe Francis van Hugten. Verder veranderde er eigenlijk in die eeuw helemaal niets aan

[In de fundamenten van het in 1902 gebouwde nieuwe raadhuis, dat later dienst deed als postkantoor, zijn de stenen verwerkt uit de afbraak van het oude raadhuis. collectie Frans Weemen]

het raadhuis. Burgemeester Frencken, die de hele tweede helft van de 19de eeuw de leiding had in Vlierden, was tevens burgemeester in Asten en als hij belangrijke personen moest ontvangen dan gebeurde dat uiteraard ook in Asten. Zowel hij als de raadsleden zagen de noodzaak niet in om te investeren in nieuwbouw of aanpassingen van het raadhuis. Een keer per week reisde Frencken af naar Vlierden om zijn zaken daar te regelen, verder regeerde en delegeerde hij vanuit Asten. Vlierden was onder burgemeester Frencken ingedommeld, en dat niet alleen met betrekking tot het raadhuis. In 1901 meldde de Vlierdense correspondent van de krant "Er zijn hier in de laatste tien jaren minder huizen verrezen dan te Tilburg kerken".

Had ons dorp in 1767 een ultramodern eigen raadhuis waar menig grotere plaats in de buurt heel jaloers op was, in 1901 voldeed het zowat aan geen enkele eis meer. In het gemeentelijk jaarverslag van dat jaar heette het een zeer oud en voor zijn bestemming geheel onvoldoende gebouwtje te zijn, met een vochtige kamer, voorzien van een stenen vloer, die tegelijkertijd voor raadzaal en secretarie moest dienen. De eertijds aangekochte kast was uiteraard inmiddels veel te klein voor het archief dat op de zolder lag te schimmelen. Burgemeester Gijzels vond het hoog tijd worden dat daarin verandering kwam en stelde twee mogelijke oplossingen voor. Met wat bouwkundige aanpassingen zou de lagere school kunnen worden omgetoverd tot raadhuis of er zou nieuwbouw moeten plaatsvinden. De eerstgenoemde optie, die voor de gemeente de goedkoopste was, zou inhouden dat er een nieuwe school gebouwd moest worden met daarop een rijkssubsidie van 25 %. Wethouder Verstappen zag een tweetal bezwaren tegen de verbouwing

van de school. Allereerst zouden de kasteleins die vlak bij het oude raadhuis woonden een deel van hun inkomsten moeten derven. Het was immers gebruikelijk dat bij het aangeven van een pasgeborene dit feit met een "sopje" in de naburige herberg gevierd werd. Zijn tweede bezwaar was dat hij vond dat eerst maar de nieuwe weg moest worden aangelegd. Hij bedoelde daarmee de verbindingsweg tussen de school en het oude raadhuis, de huidige Pastoriestraat, die op dat moment nog niet verhard was en bij regenachtig weer veranderde in een enorme modderpoel waar niet door te komen was. Ten aanzien van de financiële middelen van de gemeente, die volgens raadslid Biemans onvoldoende waren voor zo'n groot project als een nieuw gemeentehuis, kon de burgemeester de raad geruststellen. De gemeente had immers haar dennenbossen die bij verkoop veel geld zouden opleveren. Bovendien zouden met de bouw van het nieuwe raadhuis ook komende generaties Vlierdenaren hun voordeel doen volgens de burgemeester. Hij kon toen niet weten dat het nog geen kwart eeuw later gedaan was met de zelfstandige gemeente Vlierden. Uiteindelijk werd gekozen voor nieuwbouw en in de raadsvergadering van 10 juli 1902 kwamen de plannen op tafel met een begroting van 3000 gulden. Nog geen maand later, op 9 augustus, vond de publieke aanbesteding plaats. De inschrijvingen waren als volgt:

P. v. Helmond Deurne fl. 3720,-

J. Nooyen Vlierden fl. 3680,-

Ant. Lammers Someren fl. 2725,-

W. Verhoeven Vlierden fl. 2700,-

F. v Golstein-Brouwers Asten fl. 2600,-

Th. de Bijl Deurne fl. 2595,-

F. Habraken Lierop fl. 2590,-

M. Lutters Deurne fl. 2585,71

G. Smits Asten fl. 2510,-

P. Janssen Asten fl. 2490,-

Janssen mocht het werk uitvoeren op voorwaarde dat het gebouw voor 10 oktober onder dak moest zijn en uiterlijk 20 december moest worden opgeleverd.
Dirk Peels maakt dodelijke val van schuurschelft

Dirk Teunis Peels, de hoevenaar op de Hazeldonkse hoeve, viel begin januari 1757 vanaf de schelft waar het koren lag opgeslagen op de schuurhert en brak daarbij zijn nek. Enkele dagen later overleed hij aan zijn verwondingen.


Francis Fransen van Liessel loopt dodelijke brandwonden op

Op de vroege avond van 12 januari 1762 voltrok zich een drama op de voorstal van Francis Fransen van Liessel, de vader van de latere Vlierdense burgemeester Peter Fransen, waar een koeketel met heet water stond. Zijn zoontje Francis, ongeveer drie jaar oud, viel in het kokendhete water en verbrandde hoofd en beide armen. Het kind overleed nog diezelfde nacht aan de verwondingen.


Elisabeth Vervoordeldonk verdrinkt

Op 2 juli 1766 tegen de avond viel Elisabeth, het ongeveer twee jaar oude dochtertje van Hendrik Lamberts Vervoordeldonk, in een kuipje met water bij de put en verdronk.


Tien dagen na de aanbesteding van het nieuwe gemeentehuis bracht publieke verkoop van de afbraak van het oude raadhuis, dat in de kortste keren gesloopt en geruimd moest worden, slechts fl. 74,85 op. In de fundamenten van het nieuwe raadhuis zijn nog stenen verwerkt uit de afbraak van het oude.

Toen in 1905 de binnenkant van het raadhuis geverfd moest worden werd zowel bij Hartjens in Deurne als bij Coolen in Asten prijsopvrage gedaan en hoewel laatstgenoemde aanbood dit karweitje voor 40 gulden te klaren werd het werk toch gegund aan Hartjens die acht gulden duurder was want het buitenwerk, dat Coolen eerder had mogen doen, zag er volgens de burgemeester "niet zeer solied" uit.

In 1907 mocht aannemer Willem Verhoeven voor ruim veertig gulden een torentje op het raadhuis plaatsen.

blanco bladzijde

3. DE FINANCIËLE DORPSHUISHOUDING

De borgemeesters

Jaarlijks werden op 17 maart twee borgemeesters gekozen die verantwoordelijk waren voor het beheer van de dorpsfinanciën. Op die dag kwamen de afgaande (vertrekkende) borgemeesters, de drossaard, de president en schepenen, de armmeesters en de kerkmeesters bijeen voor de verkiezing. Van elk gezin was het gezinshoofd of zijn vertegenwoordiger aanwezig om de uitslag van de verkiezing te vernemen. De borgemeesters moesten na afloop van hun dienstjaar rekening en verantwoording afleggen ten overstaan van het dorpsbestuur en waren persoonlijk verantwoordelijk voor eventuele tekorten. De formule van de eed die de gekozen borgemeesters moesten afleggen was als volgt:

Wij beloven en sweeren de gemeynte en heerlijckheyt in alle regtvaerdigheyt te sullen helpen mainteneren en met gemeents gelt gemeynts schade naer uytterste vermogen te sullen voorcomen en alle boecken waer toe wij volgens gewoonte en resolutien van den lande verpligt sijn te collecteren, door schepenen ons ter hand gestelt getrouwelijck te sullen innen en alle behoorlijke schepenen-ordonnantien te sullen observeren en naercomen en voldoen en des versogt sijnde van haer bevint te doen behoorlijke reeckening, bewijs en reliqua, soo waerlijck mogt hen Godt almagtigh helpen.

Het is begrijpelijk dat men er niet op stond te springen om dit baantje te krijgen. Herhaaldelijk werd er een borgemeester gekozen die kon lezen noch schrijven. Voorwaarde was dan wel dat de andere "geleerd" was. In 1710 weigerde Jan Meeussen aanvankelijk zijn eed als borgemeester af te leggen, naar hij beweerde omdat de andere borgemeester Leendert Jan Peters niet "geleerd" was. Toen hem een boete van 1 gulden en 5 stuivers in het vooruitzicht werd gesteld voor iedere dag dat hij weigerde zich te laten beëdigen bedacht hij zich en aanvaardde alsnog het ambt.

Een aantal borgemeesters uit de tweede helft van de 18de eeuw die met een kruisje aangaven niet hun eigen naam te kunnen schrijven waren

Antoni Adriaens Verbakel (1765)

Aert Dirk Meulendijks (1766)

Antoni Dirk Jacobs (1769)

Thomas Mansvelders (1771)

Joost Hendrik Smulders (1772)

Gerrit van de Moosdijk (1773)

Antoni van de Ven (1789)

Joost Antoni Joosten (1791)

Dirk Coolen (1794).


In 1703 deed zich een merkwaardig incident voor. De borgemeesters moesten jaarlijks aan de heer van Vlierden een zogenaamde recognitie betalen, een bepaald bedrag om daarmee de rechten van de Heer van Vlierden te erkennen. De borgemeesters van 1702-1703, Gerit Jan Welten en Dirck Coppens, weigerden, ook na herhaalde aanmaningen daartoe, om deze recognitie aan de Heer te betalen en zij wilden bovendien ook aan de secretaris en de officier (schout) het hun toekomende salaris niet geven. Ze werden daarvoor door de schepenen veroordeeld tot een boete van 100 gulden. Welke redenen zij hadden om zich zo op te stellen is ons onbekend.
Dat het tussen de twee borgemeesters onderling ook niet altijd lekker liep bleek in 1740 toen Antoni Verouden en Jan Peter Driessen borgemeester werden. Verouden zette Driessen helemaal buiten spel, hij eigende zich zowel het borgemeestersboek als de geldbuidel toe, ging rigoureus alle onbetaalde schulden innen en verzuimde rekeningen te betalen. Toen het gerede vermoeden bestond dat Verouden de gelden voor andere doeleinden besteedde, hij had een kruidenierswinkel, werd beslag gelegd op zijn goederen. Jan Peter Driessen vreesde terecht dat hij mede zou moeten boeten voor het wanbeleid van Verouden. Uiteindelijk werd bepaald dat de hele borgemeestersschuld met voorrang uit de verkochte boedel zou worden betaald.
1   2   3   4   5   6   7   8   9   ...   45


Verilənlər bazası müəlliflik hüququ ilə müdafiə olunur ©atelim.com 2016
rəhbərliyinə müraciət